Met de auto is de reis bijna 2300 kilometer lang. Elk jaar wordt de route iets verbeterd en dus de reistijd nét wat ingekort, maar zolang de aardbol niet drastisch krimpt, blijft de afstand natuurlijk een factor met hoge drempelwaarde.
De trip leidt langs een aantal Franse, Spaanse en Portugese regio’s die op zich al een vakantie waard zijn. Wie er een paar dagen voor uit trekt, maakt van de rit al een reis op zich.
De ons inziens vlotste route gaat over San Sebastian, Salamanca, Sevilla en Faro: we hebben een gedetailleerder overzicht op een aparte pagina gezet. Deze route brengt je – zonder al te veel tegenslagen - in een rij-uur of 22 tot op je eindbestemming.
We geven u graag een paar bedenkingen mee die kunnen helpen bij het bepalen van vertrekdag- en uur:
- Om 4 uur ‘s ochtends vertrekken, kan pijnlijk zijn, maar dan ben je in principe wel voor de ochtendspits Parijs voorbij, waarna je in volle dagritme de rest van Frankrijk opvreet. Bedenk echter wel dat de rit door Frankrijk een verdomd lang asfaltlint betekent: eerder eentonig met weinig om van te genieten. Reis je op weekdagen, dan zit je ook nog met inhalende vrachtwagens opgescheept. En aangezien er meestal slechts sprake is van twee rijstroken, weet je dat dit met veel afremmen, optrekken, ergernis en vertraging gepaard gaat. Dit vroege vertrekuur betekent anderzijds wel, dat je tegen valavond al een flink eind gevorderd kan zijn. Waarna je ofwel de reisweg voor de tweede dag nog een stuk kan inkorten, ofwel rustig kan bekomen van een snelwegdag: op tijd stoppen en genieten van de Zuidfranse geneugten.
- Een handige optie is doortrekken tot Salamanca. Je hebt dan 1600 kilometer afgelegd en komt er om een uur of 9 ‘s avonds toe: net op tijd voor het avondeten, waar de Spanjaarden sowieso een stuk later aan beginnen. Na een deugddoende nachtrust heb je de tweede dag nog amper 700 kilometer af te leggen. Rekening houdend met het uur verschil in Portugal, betekent dat dat je in de Algarve nog een aardig stuk van de dag kan genieten…
- Om 10 uur vetrekken, biedt het voordeel dat je kan uitslapen, zodat je er na de ochtendspits fris tegenaan kan. Nadeel is dat de avond zich dan relatief snel aandient en slaap- en souperopties allicht iets schaarser worden. Ook blijft de resterende afstand voor de volgende dag op deze manier nog een serieuze dobber. Eigenlijk raad ik deze optie enkel aan voor wie ofwel de heenreis in drie kortere etappes denkt te delen, ofwel in één ruk denkt door te rijden, met eventueel een kortere slaapstop. Wil je op een werkdag vertrekken, hou er dan rekening mee dat de noord-zuidas een massa zwaar vervoer moet verwerken, met alle gevolgen van dien. Dit geldt niet alleen aan de knooppunten Parijs en Bordeaux, maar ook bij de grensovergang met Spanje. Binnen Spanje zorgt dit gegeven voor slechts weinig overlast, althans op onze favoriete route via Burgos en Salamanca. Via Madrid krijg je een ander verhaal…
- Wie de hele trot in één zucht wil afhaspelen… is eigenlijk een beetje gek. En we geven toe dat ook wij ons hieraan soms bezondigen:
- vertrek je ‘s ochtends, dan ben je halfweg al redelijk vermoeid, terwijl dan de avond nog moet vallen, zodat je moe de nacht door moet. Spanje gaat dan helemaal aan je voorbij, terwijl dat precies het mooiste deel van de reisweg is…
- ‘s middags vertrekken heeft het voordeel dat je uitgerust kan starten. Maar ook in dit geval mis je Spanje…
- Wie ‘s avonds vertrekt – en overdag heeft kunnen slapen – kan in alle (nacht)rust de draak Frankrijk verslaan. Eens terug in je dagritme kan je dan genieten van de prachtige Spaanse semi-snelwegen.
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.