Eergisteravond wandelde ik naar Villa78, ons stamrestaurant in de straat.
Op mijn weg kwam ik een ‘verdacht’ verkeersbord tegen: een ‘verboden stilstaan’… met eentalig Franstalige duurbepaling. Ik voelde aan mijn water dat dit niet deugde, maar vroeg me eigenlijk vooral af in welke mate de Franstalige duiding de wettelijke draagkracht van het bord zou ondermijnen mocht één of andere snoodaard zijn voertuig daar toch parkeren.
Dus dacht ik een steentje in de vijver van het populairste sociale medium van deze tijd te gooien. Mijn berichtje werd een dik dozijn keer leuk gevonden en weekte evenveel reacties los.
Meer heeft Het Laatste Nieuws blijkbaar niet nodig om van mijn steentje in de vijver een bulldozer in een jacuzzi te maken.
Onder de titel “Dakwerker veroorzaakt nieuwe taalrel” werd één en ander rijkelijk aangedikt op de wijze die ik al een halve eeuw van dit vod gewend ben. Een paar citaten:
- Een aannemer heeft zich de woede van heel wat inwoners van Sint-Stevens-Woluwe op de hals gehaald. ‘Ergernis’ misschien, of ‘afkeuring’ of zo, maar ‘woede’ associeer ik toch met hele andere taferelen, waarvan ik hoop dat we die nooit gaan meemaken omwille van een onnozel verkeersbord.
- De dakwerker plaatste verkeersborden 'Verboden te parkeren'. Niet dus: het betreft ‘verboden stil te staan’… al geef ik toe dat dit misschien muggenzifterij van mijnentwege is.
- In de week waarin N-VA her en der bordjes met het opschrift 'Vlaams & Gastvrij' plaatste. ik denk niet dat onze burgerstiefvader ooit zou toelaten dat een partij op eigen houtje bordjes zou hangen die het officiële logo van de gemeente dragen.
- Buurtbewoners maakten er foto's van en al snel werd het een prangend gespreksonderwerp in de buurt en op sociale media. Ik geef toe dat ik een dubbel postuur meesleep, maar om me nu ineens het meervoud toe te kennen… ‘Prangend gespreksonderwerp’ lijkt me ook schromelijk overdreven voor de heel beperkte commotie die mijn steentje veroorzaakte op één enkel sociaal medium.
- Een nieuwe taalrel in de luchthavengemeente. Wanneer we elk akkefietje gaan opblazen tot ‘rel’, ziet de toekomst er niet echt rooskleurig uit en zal het zuur snel uit de rioolputten sluipen.
Ik ben de eerste om te erkennen dat de verfransing in onze regio een probleem is, ook al geeft vermeertaliging een correcter beeld van wat er aan de gang is. Ik vind ook dat we – ook bij monde van beleidsmensen – als Vlamingen gerust op onze strepen mogen staan. En als ik Maingain ergens de straat zie oversteken, ben ik de eerste om gas bij te geven en zijn broek in de plooi te rijden.
Maar ik ben er ook van overtuigd dat je de toekomst niet tegenhoudt. En dus kunnen we maar beter op zoek gaan naar een verstandiger, tactvoller, sympathieker, constructiever, gastvrijer … manier om ‘onze rechten en eigenheid’ te verdedigen. Van elke taalmuis een olifant maken is de beste manier om zelfs het laatste greintje goodwill bij onze huidige en toekomstige anderstalige buren in de kiem te smoren.